maandag 10 maart 2008

Bronnen

Entasis

Van een klassieke zuil wordt de schacht naar boven toe wat dunner, hij verjongt volgens een haast niet waarneembare kromming. Dat is de entasis. Helemaal onderaan wordt hij ook weer wat smaller, zodat het lijkt alsof het gewicht van het dak de cilinder wat ingedrukt heeft.
Om de overgang van de schacht naar kapiteel en basement te verzachten, loopt deze hier kwarthol uit. Dat zijn respectievelijk de apophysis en de apothesis.
De oude Grieken hadden in hun tempels al heel veel van dit soort visuele trucjes verwerkt, waarvan je je nu niet kunt voorstellen dat die al zolang geleden bedacht zijn. En dat de architecten toen al in staat waren om, zonder rekenmachientje, de bijbehorende berekeningen te maken.
Overigens hadden de architecten in de oudheid boeken vol met regels, van Vitruvius kennen we zo'n boek. Diverse 'orden' werden in één gebouw gecombineerd en iedere orde volgde eigen regels. De Dorische zuil moest wel smaller worden, maar zonder de kromming van de entasis.


Wij zouden ook kunnen zeggen dat de druk op de zuilen is verminderd en dat zij bijgevolg hun taak gemakkelijker kunnen verrichten. Ook de zogenaamde verfijning, waarbij om esthetische redenen opzettelijk werd afgeweken van de starre geometrische regelmaat in het vormbeginsel, zijn kenmerkend voor de klassieke Dorische stijl die in het Parthenon beter dan waar ook tot uiting komt. Zowel de zuilenstoel als het hoofdgestel is niet volkomen recht, maar flauw gebogen, zodat het midden iets hoger bevindt dan de uiteinden; de zuilen neigen enigszins binnenwaarts en de afstand tussen de hoekzuil en de onmiddellijk aangrenzende is kleiner dan die tussen de overige zuilen. Over dezeAls de volmaakte belichaming van de klassieke Dorische bouwstijl vormt het Parthenon een leerzame tegenstelling tot de Poseidon-tempel te Paestum. Ondanks zijn grotere omvang heeft het een minder massieve werking. Integendeel, de voornaamste indruk is een feestelijke, evenwichtige gratie binnen het strenge patroon van de Dorische orde. Dit is bereikt door een algemene verlichting en herziening van de verhoudingen: het hoofdgestel is lager in verhouding tot de breedte en tot de hoogte van de zuilen, het geison steekt minder ver naar voren en de zuilen zelf zijn veel slanker, minder toelopend en met minder entasis. Ze zijn voorzien van kleinere en minder uitstaande kapitelen, terwijl hun onderlinge afstand groter is geworden. afwijkingen van de strenge geometrie is veel geschreven. Er bestaat geen twijfel aan dat zij opzettelijk zijn, maar waarom hebben de architecten er de enorme moeite voor over gehad om ze door te voeren? (Ieder kapiteel moest een weinig worden vervormd om in de gebogen architraaf te passen!). Men wilde ze vroeger beschouwen als optische correcties, bedoeld om de illusie van volkomen rechte horizontalen en verticalen te scheppen. Jammer genoeg houdt deze functionele verklaring geen steek; als ze dat wel deed, zouden wij niet in staat zijn de afwijkingen anders dan door nauwkeurige metingen waar te nemen, terwijl ze wel degelijk, zij het ook weinig opvallend, zichtbaar zijn voor het blote oog, zelfs in foto's. Bovendien wekken de zuilen in tempels die deze verfijningen missen toch niet de indruk voorover te hellen en ook zien de horizontale lijnen er niet ingezakt uit. Het is daarom duidelijk dat de afwijkingen in het Parthenon waren aangebracht omdat men vond dat ze de schoonheid ervan verhoogden; ze zijn een positief element, bedoeld om te worden opgemerkt. En inderdaad dragen zij op een moeilijk te definiëren manier bij tot de volmaaktheid en de harmonie van de tempel.



Optische correcties
Optische correcties worden soms in de Dorische orde toegepast, vooral bij tempels van grotere afmetingen (vb. Parthenon).
- Om te verhinderen dat de hoekzuilen té ver afgezonderd en té dun zouden schijnen (o.i. van het meestal "harde" Griekse zonlicht) staan ze niet zo ver van elkaar als de andere zuilen, en zijn ze (haast onmerkbaar) iets dikker dan de andere zuilen.
- Om de optische indruk te vermijden dat de zuilen "naar buiten hellen" (o.i.v. het kikkerperspectief) liet de architect ze lichtjes naar binnen hellen.
- Om de optische indruk van het "doorbuigen" tegen te werken, werden de horizontale lijnen lichtjes convex uitgetekend.
- Om de overdreven "lengte-indruk" te vermijden staan de zuilen aan de zijgevels dichter bij elkaar dan die van de voorgevel.
Omdat de architecten uit de neo-classicistische periode deze kennis minder nauwgezet toepasten, blijven hun bouwwerken vaak "koud en gevoelloos"...



Handboek bouwkunde
Een fascinerende speurtocht door onze ongeschreven geschiedenis
Over Vitruvius, uit de eerste eeuw voor Christus, is niet veel bekend. Als bouwmeester heeft hij in ieder geval één basilica laten bouwen, maar echte bekendheid heeft hij naar eigen zeggen in zijn tijd niet gehad. Veel van zijn werkzaamheden verrichtte hij in dienst van het leger. Zo was hij als architect onder Julius Caesar belast met de belegeringswerktuigen en het krijgsgeschut, en werkte hij onder Augustus aan het herstel van de aquaducten.

Vitruvius was, zo meldt hij trots, de eerste die een compleet handboek over architectuur schreef. Het is ook het enige bewaard gebleven boek op dit gebied. Alle onderwerpen komen, logisch gerangschikt, aan de orde: tempels, verdedigingswerken, openbare gebouwen -zoals theaters, thermen, basilica's en havens-, uurwerken, machines -bijvoorbeeld een hijskraan, waterorgel, mijlenteller en katapult- en nog veel meer. Tussendoor schrijft Vitruvius dan ook nog de prachtigste uitweidingen, zoals over bouwmaterialen, water en watervoorziening, de oorsprong van het bouwen, natuurfilosofen, de harmonieleer, akoestiek, de sterrenhemel, kleuren, klimatologie - zelfs over plagiaat geeft hij zijn mening.

De invloed van het boek is eeuwenlang zeer groot geweest. Echt beroemd werd Vitruvius pas in de Renaissance: zijn werk was bekend bij kunstenaars als Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafaël en Dürer. En als Constantijn Huygens in 1636 voor zichzelf een huis wil ontwerpen, raadpleegt hij eerst de becommentarieerde uitgaven van De architectura.

Het HANDBOEK BOUWKUNDE bevat een schat aan informatie voor iedereen die in bouwkunde, in archeologie of algemeen in de oudheid is geïnteresseerd. Niet in de laatste plaats is het een boek om met groot genoegen te lezen.


http://www.amerigo.nl/ow/oudheid/vitruvius.html








Geen opmerkingen: